Kerstboom en symmetrie
Aan het kerstboompje (dat bestaat uit 61 groene vierkanten) hangen 6 rode kerstballen (rode vierkantjes).
Plaats de kerstballen zodat ze symmetrisch hangen.
De rode vierkanten mogen elkaar niet
raken, ook niet in de hoekpunten.
Ze mogen ook niet aan de buitenrand van de kerstboom hangen.
Op de as kunnen 4,2 of geen kerstballen hangen.
Met 4 kerstballen op de as zijn er 20 mogelijkheden.
Met 2 kerstballen op de as zijn er 131 oplossingen.
In het linkse grijze gebied kunnen geen kerstballen.
Er moeten dus nog 2 vierkanten rood worden in het linkse groene gebied (Deze
mogen elkaar niet raken ook niet in de hoekpunten)
Onder de kerstboom staat steeds het aantal mogelijkheden.
Wil je dit nog beter zien druk dan op de kerstboom.